Leiderschap is een aangeboren kwaliteit. Dat is de conclusie van een onderzoek van wetenschappers aan de University of Cambridge bij een populatie stekelbaarzen. De onderzoekers wijzen erop dat groepen het best presteren in een combinatie van gewillige volgelingen en sterke leiders, die bij de meeste diersoorten vranker en extroverter zijn dan de andere leden van hun gemeenschap. Er werd echter ook vastgesteld dat aan leiders wel kan worden aangeleerd de rol van een volgeling op te nemen, maar in de omgekeerde richting worden volgens de wetenschappers slechts zelden successen geboekt. Daaruit kan volgens de wetenschappers worden afgeleid dat leiderschap aangeboren is en moeilijk kan worden aangeleerd.
“Wanneer de natuurlijke rolverdeling binnen een sociale groep wordt omgekeerd, komt het geheel in de problemen,” voert onderzoeker Shinnosuke Nakayama, professor zoölogie aan de University of Cambridge, aan. “Groepen blijken het best te presteren in een combinatie van sterke leiders en meegaande volgelingen. Een aantal incentives, zoals een hoger loon bij de mens, kan natuurlijke volgelingen echter tot een leider laten evolueren. Er wordt al langer gediscussieerd over de wenselijkheid van een dergelijke omkering. Uit een studie bij stekelbaarzen, die zowel vrijpostige als teruggetrokken karakters tellen, is echter gebleken dat die rolverwisseling geen ideale oplossing biedt.”
Uit het onderzoek bleek dat de populatie minder succesvol was in het verzamelen van voedsel wanneer aan de volgelingen de verantwoordelijkheid voor het fourageren werd opgedrongen. “Wanneer individuen worden gedwongen om tegen hun natuurlijk instinct te handelen, blijkt de hele groep benadeeld te worden,” zegt Nakayama nog. “Er werd ook vastgesteld dat natuurlijke leiders zich – tegen de verwachtingen in omdat deze karakters veel minder geneigd zijn te reageren op het gedrag van andere individuen – gemakkelijker in de rol van volgeling konden schikken dan een ondergeschikte een leidersfunctie kon invullen. Vissen kunnen leren om te volgen, maar hebben het veel moeilijker om leiding op te nemen.”
“De positieve effecten van het samengaan van individuele persoonlijkheden blijkt alleen een succes te kunnen worden wanneer alle leden van de groep de kans krijgen om hun natuurlijke rol in te vullen,” voeren de onderzoekers aan. “Het lijkt dat ook het beste dat in de samenleving iedereen de rol opneemt die hem natuurlijk het best ligt.” (MH)
bron : express.be